‘Hoezo leefstijl? Benoem het niet, maar normaliseer het.’
‘Waarom moeten we er een woord voor verzinnen? Dat wordt ook weer zo’n containerbegrip. Leefstijl moet je niet benoemen, maar normaliseren. Door het een vast onderdeel te maken van het leven, zodat het structuur geeft.’ Aan het woord is Wouter Verberkt, teammanager van de nieuwe locatie in Leerdam. Zijn jarenlange ervaring in de ggz, zijn eigen struggles om gezond te leven en zijn nuchtere kijk op het leven zijn de ingrediënten voor een openhartig gesprek over leefstijl binnen Lister.
Sinds zijn achttiende werkt Wouter in de zorg, waarvan de laatste acht jaar bij Lister. Eerst als persoonlijk begeleider, later als herstelcoach en sinds 1 januari van dit jaar als teammanager. Na lang in gesloten settings te hebben gewerkt, ervaart hij Lister als een fijne organisatie waarin hij kan bouwen aan herstel. ‘Herstel is kijken naar wat iemand echt zelf wil en nodig heeft. Alsof het een vriend van je is. Maar ook iemand de kans geven om ervaringen op te doen. Leren vallen en opstaan is ook herstel’, vervolgt Wouter.
Steeds ellendiger
Juist zijn eigen ervaringen hebben ervoor gezorgd dat Wouter sport tot een vast onderdeel van zijn leven heeft gemaakt. ‘Ik heb van jongs af aan veel gesport. Atletiek, volleybal, zwemmen: ik ging er helemaal voor. Totdat ik ging werken en daar zo door in beslag werd genomen, dat het sporten uiteindelijk helemaal van de planning afviel. Ik heb toen jaren niet gesport. Achteraf zie ik dat ik me daardoor steeds ellendiger ging voelen. Als je je al niet goed voelt, denk je niet: ik ga sporten. Je lichaam (of misschien wel je brein) geeft het signaal af dat je er geen energie voor hebt. Mijn vriendin heeft me uiteindelijk weer in beweging gekregen. In plaats van de hele zondag op de bank te liggen, wat ik het liefst deed, haalde ze me over om te gaan wandelen. Achteraf voelde ik me altijd beter. Die ervaring was heel belangrijk voor mij om het sporten weer op te pakken en vol te houden.’
Leefstijl is er als domein bijgekomen, maar dat zou wat mij betreft het belangrijkste domein moeten zijn
Grotere kans op betaald werk
‘Leefstijl is er als domein in het zorgplan bijgekomen, maar dat zou wat mij betreft het belangrijkste domein moeten zijn’, stelt Wouter. ‘Daar moet je mee beginnen: structuur en leefstijl. Dan heb ik het over elke dag opstaan op hetzelfde moment, voedzaam eten en bewegen en/of sporten. Dat vergroot ook de kans op betaald werk. En verkleint de kans op een negatieve ervaring als het werk door een gebrek aan vitaliteit en dagstructuur niet vol te houden is.’ Vanuit deze gedacht investeert Wouter in eigen materialen voor kickboksen, yoga en muziek die een plek krijgen in een lege ruimte in de kelder. ‘Tachtig procent van onze cliënten is jongvolwassene. Ze willen allemaal een betaalde baan, uitstromen en een gezin stichten. Maar de realiteit is dat een deel van onze bewoners overdag op bed ligt. Ik denk dat jongeren wel voor sport en/of muziek hun bed uitkomen. Mits we hen daarvoor enthousiasmeren. Ik heb wel even getwijfeld, want we willen binnen Lister geen sport- of muziekschool beginnen. Maar de kloof tussen niks doen en bijvoorbeeld een sportschool in de wijk is gewoonweg te groot. Dus ik denk dat het een goede tussenoplossing is.’
Effecten op de mentale gezondheid
Hoe houd je jezelf gezond? Dat is een vraag die Wouter ook laat terugkomen in de gesprekken met zijn team. ‘Ik denk dat we zelf een voorbeeld moeten zijn. Als we zelf niet weten wat gezond voor ons is, hoe kunnen we het dan aan cliënten overdragen? Als het om leefstijl gaat, moeten we medewerkers het licht laten zien en dezelfde activiteiten aanbieden als die er voor cliënten zijn. Niet ad hoc, maar structureel. Zodat het normaal wordt en niet iets wat je er als een extraatje bij doet. Daarom is het belangrijk om medewerkers ook bewust te maken van de effecten van bewegen, voeding en bijvoorbeeld roken op de mentale gezondheid. Zo is laatst nog gepubliceerd dat hoog intensief sporten angstaanvallen vermindert. Dus laten we naast Biertje Balletje Bowlen ook vooral de mudrace erin houden’, besluit Wouter met een vrolijke grijns op zijn gezicht.
Elke training is voor mij weer een psychische overwinning
Tot het gaatje
Zelf gaat Wouter wekelijks kickboksen. ‘Ik ben iemand die veel denkt en kickboksen haalt me even uit mijn hoofd’, legt hij uit. ‘Het is een fijne sport, omdat je samen traint en elkaar kunt motiveren. Elke training is voor mij een psychische overwinning. Ik ga zo tot het gaatje, dat ik elke keer weer bijna moet overgeven en mijn lichaam schreeuwt dat ik moet stoppen. En toch kan ik er dan nog meer uithalen. Zo’n fanatiekeling ben ik nu eenmaal. Ik vind dat ook wel fascinerend. Je kan blijkbaar meer dan je hersenen je doen geloven.’